Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [4][die] man [5]zal zijn [6]als een verberging tegen [7]den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, [8]als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in [9]een dorstig land. 4. Te weten Jezus Christus. 5. Te weten, den gelovigen. 6. Dat is, als ene plaats, waar men zich voor den wind verbergen kan. De zin is: De Messias zal zijn de rechte toevlucht aller uitverkorenen. 7. Versta hier, den wind der geestelijke aanvechting en allerlei vervolging; vergelijk Matth.11:28. 8. Dat is, Hij zal den beangstigden een sterken troost aanbrengen door werking en kracht van den Heiligen Geest. Vergelijk deze woorden met Matth.5:6; Joh.4:10,14, en Joh.7:37,38,39. 9. Of, moede land; te weten, mat en moede van dorst. Zie Ps.143:6; Spreuk.25:25; hfdst.29 vs.8.